Door
RTV NOORD • 8 juni 2021Duizenden thuiszitters
Het aantal kinderen dat niet naar school gaat, is afhankelijk van de definitie en de manier waarop geteld wordt. De officiële cijfers gaan uit van een kleine 5.000 thuiszitters in heel Nederland. Ouderverenigingen gaan uit van 15.000 tot 20.000 kinderen die om welke reden dan ook geen onderwijs volgen. Daaronder zit een groep verborgen thuiszitters. Dat zijn kinderen die bijvoorbeeld geschorst zijn, langdurig ziek zijn of met grote regelmaat dagjes ‘ziek’ zijn. Ook leerlingen die vrijgesteld zijn van de leerplicht worden niet meegerekend in de officiële cijfers.
Niet meer naar school
Veel van de inmiddels dertig leerlingen zijn zogenoemde ‘thuiszitters’, kinderen die om uiteenlopende redenen vastlopen in het gewone onderwijs. Sommigen zijn hoogbegaafd, anderen hoog sensitief of hebben een vorm van autisme. Maar ook ziekte of een moeilijke thuissituatie kan de oorzaak zijn. Deze kinderen hebben vaak al meerdere scholen ‘versleten’ en komen uiteindelijk thuis te zitten met het stempel ‘onleerbaar’. Ouders zijn vaak wanhopig. Een deel van deze kinderen vindt juist op een school als Plan B een plek. Daniëlla: ‘Ieder kind is nieuwsgierig en wil leren, als een kind dat niet wil, is er dus iets aan de hand.’
Isa (14) wil graag een bedrijfje starten met haar eigengemaakte kettingen. Daar komt wiskunde en economie bij kijken, maar ook het bouwen van een website. Ze heeft een zware tijd gehad op haar vorige school. Haar moeder Sandra vertelt: ‘Hier gaan ze uit van het kind, terwijl ze in het schoolsysteem waar we vandaan kwamen van een rondje een vierkantje probeerden te maken.’ Isa: ‘Als ik vol raak in mijn hoofd kan ik me niet focussen, op mijn oude school werd ik dan gepusht om door te gaan.’ Nu die druk weg is, voelt ze zich veilig en kan ze juist steeds meer.
Aantal vernieuwingsscholen neemt toe
Iedereen die wil mag in Nederland een school beginnen. De onderwijsinspectie komt wel langs, maar stelt aan particuliere scholen andere eisen dan aan reguliere scholen. Omdat de visie veelal niet past binnen de kaders van de overheid (zoals een vast curriculum, scheiding tussen basisonderwijs en voortgezet onderwijs, toetsen) krijgen ze geen overheidsgeld. Ouders betalen de school dus zelf.
Het aantal vernieuwingsscholen neemt toe. Op al deze initiatieven staat niet de traditionele klas of de lesstof centraal, maar de eigen leerweg van het kind. Deze scholen zijn niet alleen bedoeld voor kinderen die stranden in het reguliere onderwijs. Blijkbaar is er een groeiende groep die het traditionele onderwijs niet meer ziet zitten. Ook op Plan B is iedereen welkom die op zoek is naar een andere manier van leren. Daniëlla: ‘Natuurlijk zijn er kinderen die prima gedijen in het bestaande systeem, maar er zijn ook genoeg kinderen die dat niet kunnen. Dat betekent niet dat er iets mis met je is.’
Zelf kiezen
Als je alles mag doen, wat kies je dan? Lizzy (9) weet het vandaag niet zo goed. ‘Op mijn vorige school moest je doen wat de juf zei, dat vond ik stom. Maar ik leerde er wel veel.’ Wat ze vooral mist is gymles. Wanneer Coen oppert dat ze dit zelf kan organiseren verzucht ze ‘ik ben de juf niet’. ‘Ik ook niet’, grapt Coen terug. Na buiten verstoppertje te hebben gespeeld kiest Lizzy uiteindelijk voor Turing Tumble, een spel waarbij je een knikkercomputer moet bouwen. Coen: ‘Kinderen zijn gewend dat ze iets aangeboden krijgen van de juf of meester, dat is hier anders. Maar we denken natuurlijk wel mee en stimuleren ze.’
Wanneer het niet van je gevraagd wordt, heb je eerder de neiging om het te gaan doen, omdat je dan zelf de motivatie ervoor hebt
Naomi
Naomi (15) vond het de eerste dagen ook best lastig: ‘Iedereen was bezig en ik stond daar maar, wat moest ik gaan doen?’ Nu zou ze niet meer terug willen naar haar oude school. ‘Er is hier geen tijdsdruk, dat vind ik heel fijn.’ Ook is ze juist gemotiveerder wanneer er geen dwang achter zit: ‘Wanneer het niet van je gevraagd wordt, heb je eerder de neiging om het te gaan doen, omdat je dan zelf de motivatie ervoor hebt.’
Periodeplan en portfolio
Ieder kind is anders en heeft ook andere ondersteuning nodig. Daniël (11) is druk bezig met een presentatie over de geschiedenis van zijn lievelingsspel Minecraft. Hij heeft juist wel behoefte aan een rooster en het maken van toetsen. Daniëlla: ‘Toetsen heeft geen waarde als kinderen met leeftijdsgenoten worden vergeleken, want ieder kind leert op zijn eigen tempo. Maar het is natuurlijk prima als een kind op die manier zijn eigen ontwikkeling wil testen.‘
Floor (13) is bezig met haar examens, op dit moment werkt ze aan maatschappijleer, Nederlands en Engels. In de ochtend zet ze altijd eerst een pot koffie, de rest van de dag is ze in de stilteruimte te vinden. Ze vertelt dat ze op haar vorige school altijd buiten de groep viel: ‘Als ik door de gang liep, was ik altijd bang.’ Ze heeft een slechte tijd achter de rug waarin ze vooral op haar kamer zat. Nu gaat het beter: ‘Hier is iedereen een beetje anders, daarom kan iedereen het goed met elkaar vinden.’
Geen gewone school
Voor specifieke vakken, zoals Frans en Chinees, worden gastdocenten ingeschakeld. Daniëlla merkt dat leraren steeds vaker uit zichzelf bij hen aankloppen, ‘omdat ze het niet meer zien zitten in het reguliere onderwijs.’ Zelf gaf ze 15 jaar exacte vakken op een ‘gewone’ middelbare school, Coen was meester van groep 5. Dat alles gericht lijkt op het curriculum en resultaten deed hen vastlopen. Daniëlla: ‘Door het logge systeem worden kinderen niet meer gezien en gehoord. Er is ook geen ruimte voor spontaniteit, het hele jaar staat al vast.’
Ieder kind is nieuwsgierig en wil leren, als een kind dat niet wil, is er dus iets aan de hand
Daniëlla Joynes
Coen is zich ervan bewust dat mensen een mening zullen hebben over hun school. Maar benadrukt nogmaals om wat voor kinderen het hier gaat.
‘Dit is geen reguliere school. Kinderen die hier zitten, kiezen bewust voor een manier van onderwijs die fundamenteel anders is. Veel van hen zijn kapotgedraaid in het regulier onderwijs, beschadigd. Hier bloeien ze op.’ Zonder Plan B zouden ze hoogstwaarschijnlijk thuis zitten. ‘Hier leren we ze dat ze er mogen zijn, dan komt het leren vanzelf weer.’